Verzekeringsmaatschappij 'De Nederlanden van 1845' is sinds 1896 verbonden met Den Haag. In dat jaar werd het nieuwe hoofdkantoor aan het Kerkplein opgeleverd volgens de bouwtekeningen van architect Hendrik Petrus Berlage. Vanwege de sterke groei van deze organisatie werd het kantoor al in 1909 met een etage opgetopt. Dit bleek bij lange na niet voldoende om de ingezette groei voor langere tijd te faciliteren. In 1919 werd daarom een bouwkavel aan de Groenhovenstraat in het nog te ontwikkelen Benoordenhout aangekocht. Naast De Nederlanden van 1845 hadden ook de Bataafse Petroleum Maatschappij (nu Shell) en Esso hun oog op deze omgeving laten vallen. Benoordenhout was dus in potentie een locatie met allure. In totaal beschikte de verzekeringsmaatschappij over 5400 vierkante meter aan bouwgrond, dus men was in staat om het kantooroppervlak fors uit te breiden. Voor de bouw werd wederom een beroep gedaan op Berlage. In de afgelopen decennia was hij al ingezet om de kantoren in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Jakarta te ontwerpen, alsmede twee villa's voor directeur Carel Henny in Den Haag. Zo fungeerde Berlage haast als huisarchitect van de verzekeringsmaatschappij.
Nieuwbouw aan de Groenhovenstraat
Sinds het ontwerp van het vorige hoofdkantoor aan het Kerkplein had Berlage niet stilgezeten. In zijn beginjaren had het werk Berlage nog enige klassieke invloeden, maar gaanderweg deden moderne ideeën steeds meer hun intrede. Berlage was gecharmeerd geraakt van de mogelijkheden van beton. Niet zozeer met het doel om zijn bouwstijl te versoberen, maar meer om dit materiaal als decoratief onderdeel te integreren in het gevelbeeld. Van De Nederlanden van 1845 kreeg Berlage alle ruimte om hiermee te experimenteren.
Berlage ontwierp op de kavel een symmetrisch gebouw van twee lagen hoog waarbij de hoofdingang aan de Groenhovenstraat werd geaccentueerd met een extra bouwlaag. Door de plaatsing van twee trappenhuizen met glazen bouwstenen aan weerszijden van de ingang werd het monumentale aanzicht nog verder vergroot. Aan de Raamweg bevond zich ook een ingang met daarboven een vergelijkbaar trappenhuis, maar die was van een beduidend lagere orde.
Het meest kenmerkende onderdeel van het gebouw is de gevelbekleding zelf. De gevels bestaan uit een grofkorrelig betonnen frame waartussen de rode bakstenen als vulling zijn aangebracht. Het oogt daarmee als een soort industrieel vakwerkhuis. Het onderscheid tussen beton en baksteen werd nog eens verder uitvergroot door de plaatsing van zwart geglazuurde bakstenen rond de gemetselde vlakken. De verspringende consoles onder de uitkragende eerste verdieping werden ook uitgevoerd in beton, evenals de smallere uitspringende consoles onder de horizontale lijst boven de ramen.
Het kantoor in 1927. Fotograaf onbekend, collectie Haags Gemeentearchief
Verbouwingen na de oplevering
Al snel na de oplevering in 1927 bleek ook dit kantoor te klein voor de almaar groeiende verzekeringsmaatschappij. In 1933 werden de vleugels aan de Raamweg en Burnierstraat met 30 meter verlengd. Deze keer gebeurde dat niet naar ontwerp van Berlage maar door architect Willem Duyff. Het nieuwe deel aan de Raamweg sloot perfect aan bij de bestaande bouw. Dat gold minder voor de nieuwbouw aan de Burnierstraat. Deze vleugel had meer de uitstraling van een pakhuis dan van een kantoor.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog lag het gebouw op een ongelukkige plek direct naast de Atlantikwall. Deze liep vanuit de Scheveningse Bosjes via de Raamweg richting het Haagse Bos. De vleugel aan de Raamweg werd in 1943 gesloopt om plaats te maken voor een bunker met bijbehorend vrij schootsveld. Gelukkig betekende deze sloop niet het einde van het gebouw. Al vrij snel na de capitulatie van Duitsland werden de herstelwerkzaamheden ingezet met het gevolg dat de Raamweg-vleugel al in 1948 werd opgeleverd. Alsof deze nooit weg was geweest.
In 1954 werd het gebouw wederom onder handen genomen voor een upgrade. Deze keer door Architect C.M. Kranenburg. Bij deze verbouwing werd het hele gebouw met een extra laag opgetopt. Opmerkelijk genoeg gold dat ook voor de pakhuis-achtige aanbouw aan de Burnierstraat. Het resultaat mocht er zijn. Niet alleen sloot de nieuwe etage naadloos aan op de bestaande architectuur, ook bracht de extra laag de verhoudingen in het gebouw veel meer in balans. Kranenburg heeft het werk van Berlage verder afgemaakt.
Tot 1995 heeft de verzekeringsmaatschappij geopereerd vanuit de Groenhovenstraat. Daarna werden alle activiteiten verplaatst naar een nieuw kantoor bij de Utrechtsebaan. Sindsien blijkt het moeilijk om een nieuwe huurder voor het gebouw te vinden. In 2016 werd een poging gedaan om het gebouw te transformeren tot 57 luxe woningen. Het Haagse architectenbureau Braaksma & Roos maakte een plan waarbij het gebouw met een terugliggende extra bouwlaag zou worden opgetopt. Vanwege een geschil met de buren werd in 2018 de stekker uit dit plan getrokken. Sindsdien richt men zich weer op de kantorenmarkt.
Achterkant Shell
De directe omgeving van De Nederlanden staat niet bekend als het meest dynamische gebied van Den Haag, maar toch zijn ook hier door de jaren heen wat zaken gewijzigd. Meest in het oog springende wijziging vond plaats in de jaren 60, toen de vijver voor de hoofdingang werd gedempt om ruimte te scheppen voor een parkeerplaats. Het gebouw heeft zodoende wat ingeboet in grandeur. Aangezien deze parkeerplaats tegenwoordig nog maar erg weinig gebruik wordt ligt hier een uitgelezen kans om de historische situatie te herstellen en hiermee een beetje allure terug te brengen.
Tweede grote wijziging is de sloop van de bebouwing tussen Groenhovenstraat en de Carel van Bylandtlaan, direct tegenover de hoofdingang. In 1983 werd het volledige bouwblok afgebroken voor de uitbreiding van het Shell hoofdkantoor. Architectenbureau SOM ontwierp hier in samenwerking met LIAG een sober kantoorgebouw met gestyleerde schelpen op de bovenste etage, een subtiele verwijzing naar eigenaar Shell. Begrijpelijkerwijs zit de hoofdingang aan de zijde van de statige Carel van Bylandtlaan, direct naast het oude hoofdkantoor. Helaas heeft dit tot gevolg dat de Groenhovenstraat volledig genegeerd wordt. Zodoende beschikt De Nederlanden van 1845 niet over een waardige tegenhanger aan de overkant van het plein. Dit gebouw verdient beter.
Tekst en foto's Maarten Reiling (www.urbanplan.nl)